Deel 6 van 7
Oordeel uitstellen
In onze hoofden gaat er van alles om als we in een gesprek zijn. We hebben een grote alertheid en ons brein maakt in microseconden allerlei inschattingen. De snelheid waarmee we die inschattingen maken, is soms van levensbelang. Bijvoorbeeld in het verkeer of in de ruige natuur. Maar meestal zijn die inschattingen minder urgent dan dat ze zich bij ons aandienen.
In ontmoetingen en gesprekken kunnen deze inschattingen of oordelen zelfs verstorend werken. Een eerste indruk van een ander kan ons op het verkeerde been zetten. Een oordeel over jezelf kan je minder effectief maken. Het onnadenkend accepteren van een oneliner kan je angstig maken. In dialoog nodigen we elkaar daarom uit om ons oordeel op te schorten. Om de tijd tussen iets waarnemen en hoe je daarop reageert als het ware op te rekken. We vragen niet om niet te oordelen, want oordelen is zinvol en nuttig. We vragen wel om nieuwe informatie tot je te nemen, er ook even op te kauwen en te onderzoeken hoe je je ertoe verhoudt.
In dialoog creëren we daardoor ruimte om ook meer ingewikkelde onderwerpen te bespreken, waarop misschien nog een taboe rust. In dialoog mag alle inbreng er zijn. Hieraan ten grondslag ligt de aanname dat er altijd meerdere perspectieven zijn en dat er geen algemene waarheid is. Er zijn wel feiten en daarom stimuleren we ook het uitwisselen van persoonlijke ervaringen, omdat dat het dichtst bij feiten komt. En er zijn wellicht ook universele waarden[i]. Maar er zijn dus vaak diverse persoonlijke waarheden naast elkaar als je een vraag onderzoekt. Deze aanname van meervoudige perspectieven is een wezenlijk beginsel en maakt omgekeerd ook dat dialoog over religieuze onderwerpen en principiële kwesties regelmatig moeizaam is. Dit komt omdat veel religies en levensbeschouwingen uitgaan van een absolute waarheid en de meervoudige perspectieven dus niet of nauwelijks kunnen toestaan.
Om uit het oordelen te blijven helpt het om jezelf de ruimte te geven om het niet te weten. Om een dialoog aan te gaan met een schone lei; met die vrije ruimte waarover we het eerder hadden. Dat vergt oefening, maar baart zeker kunst.
Een tweede methode om uit het oordeel te blijven is jezelf af te vragen wat de feiten zijn of om de ander te helpen de onderliggende feiten te benoemen. “Wat gebeurde er precies?”, “Wat maakte dat je tot dat oordeel kwam?”. Een mooi instrument om je daarbij te helpen is de interpretatieladder die Chris Argyris heeft ontwikkeld[ii]. Deze ladder staat in een poel met feiten. Op de eerste trede van de ladder vindt de selectie van gegevens plaats, op de tweede trede interpreteren we de geselecteerde gegevens en op de derde trede trekken we onze conclusie. En dat alles gebeurt in een seconde en wordt ook nog eens beïnvloed door de context (zwangere vrouwen zien meer zwangere vrouwen). Chris Argyris nodigt je uit de ladder af te dalen of je gesprekspartner te helpen de ladder af te dalen naar de feiten.
Meer lezen over de 7 basisprincipes: het volledige artikel.
Meer weten over onze training: training dialoogbegeleiden.
Noten:
[i] Op zich een mooie dialoogvraag.
[ii] Het gedachtengoed van Chris Argyris is op heel toegankelijke wijze uitgewerkt in het Nederlands door Loes Wouterson en Pim Bouwman in het boek “Eerste Hulp bij Ongewenste Resultaten”.