Deel 2 van 7

Onderzoeken

In een dialoog staat het doen van onderzoek centraal. Je bent niet bezig de ander te overtuigen, maar onderzoekt samen een vraag die je vooraf zorgvuldig formuleert. Je positioneert je als het ware naast elkaar om samen te ontdekken wat er te leren valt van ieders ervaringen. Iedereen voegt zijn of haar perspectief toe op het vraagstuk. Je gebruikt de diversiteit van de groep om vanuit allerlei invalshoeken een steeds vollediger en veelkleuriger beeld te krijgen van hetgeen je onderzoekt. Dus niet tegenover elkaar staan en je gelijk halen, maar naast elkaar waardevolle informatie verzamelen. Figuurlijk en vaak ook letterlijk ligt de te onderzoeken vraag of het thema in het midden van de cirkel.

Bij zo’n dialogisch onderzoek is het wezenlijk om het onderzoek te baseren op persoonlijke ervaringen. Je vraagt iedereen om een ervaring te delen die relevant is voor het vraagstuk. Geen meningen of abstracties maar inbreng op basis van wat je zelf hebt meegemaakt. Dit is best een omslag, omdat we gewend zijn vooral onze mening uit te spreken. Hierin onderscheidt dialoog zich nadrukkelijk van andere gespreksvormen.

Als mensen hun persoonlijke ervaringen vertellen, stimuleren we deelnemers zo concreet mogelijk te worden. Waar? Met wie? Wat gebeurde er precies? Op deze manier kunnen deelnemers invoelen hoe dat geweest moet zijn voor de ander. Mensen verplaatsen zich in de ander en openen als het ware hun hart voor elkaar[i]. Dit maakt dat mensen dialoog vaak als zo anders ervaren. Ze zijn verbaasd over het gemak waarmee ze zich verbonden voelen met andere mensen in het gesprek, soms onbekenden en soms collega’s met wie ze al jarenlang samenwerken maar die ze nu anders leren kennen. De sleutel ligt volgens ons in de nadruk op persoonlijke ervaringen in het onderzoek.

Een dialogisch onderzoek kenmerkt zich verder door het stellen van een open vraag. Een vraag waarbij iedereen een eigen perspectief kan inbrengen, dat verder reikt dan “ja, dat herken ik” of “nee, ik vind van niet”.

In veel dialogen werken we ook met een positief geformuleerde open vraag. Het verschilt nogal voor de sfeer van het gesprek of je “Hoe voorkomen we dat we klanten verliezen?” vraagt of “Hoe zorgen we ervoor dat klanten graag bij ons blijven?”. De eerste vraag vraagt naar het oplossen van een probleem en leidt vaak tot een fase waarin mensen defensief kunnen worden of gaan uitleggen waarom het niet aan hen lag dat een klant is weggegaan. Die vraag nodigt uit om uit te pluizen hoe het zo is gekomen en soms ook wiens schuld dat dan is.

Een waarderend geformuleerde vraag roept op tot onderzoeken wat er goed gaat en waarom dat goed gaat. Je onderzoekt waar je meer van wilt, waar je naar verlangt en hoe je je voorstelt dat de toekomst eruit ziet. Deze manier van vragen stellen en onderzoeken is gebaseerd op Appreciative Inquiry. Een succesvolle verandermanagementstroming die is de jaren ’80 van de vorige eeuw is ontwikkeld door David Cooperrider[ii].

Tot slot is bij onderzoeken van belang dat er vrije ruimte[iii] is. Vrije ruimte houdt in dat er bij iedere deelnemer aan het gesprek openheid en bereidheid is om iets nieuws te ontdekken. Dat je de openheid hebt om na de dialoog wellicht anders naar een vraagstuk te kijken. Dat je er met een ‘open mind’ in gaat en de moed hebt het even ‘niet te weten’. Vooral voor dialogen in organisaties is het belangrijk om vooraf te toetsen of er vrije ruimte is om nieuwe dingen te ontdekken. Wil een directie met medewerkers en klanten in dialoog over haar conceptvisie ter bevestiging van wat ze zelf heeft bedacht of wil een directie input voor haar visie en is ze bereid de visie na de dialoog anders te formuleren op basis van wat ze gehoord heeft? Als er geen vrije ruimte is, is dialoog niet het juiste middel om in gesprek te gaan. Er is dan geen oprechte wens tot onderzoek.

 

 

Meer lezen over de 7 basisprincipes: het volledige artikel.

Meer weten over onze training: training dialoogbegeleiden.

 

Noten:

[i] Otto Scharmer (Theory U) spreekt van “open heart” en “open mind” om met elkaar in dialoog te gaan

[ii] Meer over David Cooperrider; http://www.davidcooperrider.com/.

[iii] Het begrip “vrije ruimte” ontlenen we aan Jos Kessels. Hij schreef samen met Erik Boers en Pieter Mostert een boek met deze titel, waarin ze een pleidooi doen voor het creëren van vrije ruimte waarin een zekere onafhankelijkheid van resultaten en doelen is en genoeg tijd om in alle rust te onderzoeken.

Basisprincipes dialoog – Onderzoeken

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.