Deel 3 van 7
Aandachtig luisteren
In dialoog staat luisteren centraler dan spreken. Het is een gelegenheid bij uitstek om naar de ander te luisteren. Aandachtig luisteren lijkt vanzelfsprekend. Iets wat je van kinds af aan hebt geleerd en doet. Toch schrijven we hier ‘lijkt vanzelfsprekend’ en dat heeft ermee te maken dat we merken dat aandachtig luisteren voor veel mensen best een grote uitdaging is. Onze aandacht gaat vooral uit naar het leren spreken en minder naar het leren aandachtig luisteren. Je kunt het merken in overleggen waar we vaak meer bezig zijn met wat we willen gaan zeggen in reactie op een ander dan met proberen de ander goed te verstaan. Turf maar eens hoeveel er gepleit dan wel gevraagd wordt in overleggen[i]. En dan kun je ook nog tellen hoe de verhouding is tussen open vragen en gesloten vragen (waarmee mensen eigenlijk ook pleiten). Volgens Ierse traditie zou je moeten spreken en luisteren in de verhouding van 1:2, je hebt immers één mond en twee oren.
Aandachtig luisteren vergt dat je vanbinnen rustig bent. Dat er ruimte is om te horen wat de ander zegt en dat je geïnteresseerd bent in wat een ander te zeggen heeft. Je zou kunnen zeggen dat aandachtig luisteren het beste gaat als je onbevangen bent en belangstellend. Je kunt bij jezelf checken of je op het moment dat je luistert echt de intentie hebt om de ander te horen. En als je merkt dat je eigenlijk afgeleid bent, kun je besluiten je oren weer te focussen. Oren zijn overigens zeer complexe en interessante zintuigen, die niet alleen het vermogen hebben iets te horen (tekst) maar ook kunnen bepalen waar het geluid vandaan komt, zowel ruimtelijk als gevoelsmatig (een trilling in de stem). We kunnen vaak ook horen en zien wat er niet gezegd wordt; wat er tussen de regels gebeurt.
Eigenlijk is luisteren een heel actieve bezigheid, terwijl we het vaak als passief beschouwen. De activiteit zit ‘m in het omgaan met alle verstoringen die voortdurend plaatsvinden terwijl je luistert. Gedachten die opkomen, reacties die je wilt geven, vragen die je hebt, oordelen die opborrelen. Allemaal onzichtbare activiteit waarmee je moet omgaan tijdens het luisteren. Steeds moet je weer de weg terug vinden naar die rust vanbinnen en je intentie om de ander te willen verstaan.
Aandachtig luisteren heeft ook een andere kant en dat is de ontvangende kant. Hoe fijn en bijzonder is het als iemand aandachtig naar je luistert. Dat je je gehoord voelt. Dat de ander je vragen stelt die je helpen je verhaal helemaal te vertellen. In dialoog gebeurt dit. Iedere deelnemer wordt aandachtig beluisterd, krijgt de ruimte om gehoord te worden en draagt daarmee bij aan het beantwoorden van de vraag in het midden.
Otto Scharmer introduceert in zijn boek Theory U vier niveaus van luisteren. Het je bewust worden van deze niveaus kan helpen je luistervaardigheid te versterken. Hij spreekt van:
- Downloading: luisteren ter bevestiging van wat je al weet;
- Feitelijk luisteren: luisteren waarbij je nieuwe feiten toevoegt aan wat je al weet;
- Empathisch luisteren: luisteren waarbij je je gaandeweg in de ander kunt verplaatsen, de ander snapt en respecteert;
- Generatief luisteren: luisteren naar wat er tussen de regels doorklinkt.
Let maar eens een paar dagen op welk luisterniveau je actief bent geweest.
Meer lezen over de 7 basisprincipes: het volledige artikel.
Meer weten over onze training: training dialoogbegeleiden.
Noten:
[i] Meer over de balans tussen pleiten en vragen kun je lezen bij Chris Argyris: “Balancing advocacy and inquiry”.